Als een werkneemster opnieuw zwanger wordt tijdens haar ouderschapsverlof, dan mag zij haar ouderschapsverlof opschuiven. Tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft de werkneemster dan recht op haar volledige salaris.
In de Wet arbeid en zorg (WAZO) staan twee situaties waarin een werknemer of werkneemster een verzoek kan indienen bij de werkgever om het ouderschapsverlof op te schorten:
Een werkgever mag het verzoek om het ouderschapsverlof op te schuiven vanwege zwangerschaps- en bevallingsverlof of adoptieverlof nooit weigeren. Wel heeft hij vier weken de tijd om op het verzoek te reageren.
Het is voor de werkneemster belangrijk om het ouderschapsverlof op te schorten, omdat zij in dat geval tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof ook salaris ontvangt over de dagen waarop zij voorheen ouderschapsverlof had. In de meeste gevallen betaalt de werkgever dit salaris en ontvangt hij hiervoor een uitkering van UWV. Na het zwangerschaps- en bevallingsverlof houdt de werkneemster recht op het resterende deel ouderschapsverlof. Schuift de werkneemster het verlof niet op, dan ontvangt zij ook tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof geen salaris over de dagen waarvoor zij ouderschapsverlof heeft opgenomen.