Dga’s die deelnemen aan een bestaande pensioenregeling en na het einde van de contractperiode willen overstappen naar een andere uitvoerder, moeten nu in een aantal gevallen een medische keuring ondergaan. Volgens de geschillencommissie van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) is deze handelswijze van pensioenuitvoerders onaanvaardbaar. De geschillencommissie kwam onlangs tot dit oordeel nadat een dga de kwestie bij haar had aangekaart.
Als u als dga met uw bv deelneemt in een bestaande pensioenregeling, kunt u na de contractperiode verleid worden door een gunstiger aanbod van een andere pensioenuitvoerder. Als u besluit over te stappen, is het mogelijk dat de nieuwe uitvoerder het ondergaan van een medische keuring als voorwaarde voor acceptatie hanteert. Hierdoor kunt u in een spagaat belanden. Deze voorwaarde kan er namelijk toe leiden dat u niet over kunt gaan naar de nieuwe pensioenuitvoerder, maar evenmin bij de oude uitvoerder kunt blijven. In de praktijk kan het dus zo zijn dat de nieuwe uitvoerder weliswaar aantrekkelijkere regels hanteert voor uw werknemers, maar u zelf mogelijk niet door de medische keuring heen komt of alleen kunt deelnemen onder zeer ongunstige voorwaarden.
De Geschillencommissie stelde hierop dat het verplichtstellen van een medische keuring voor dga’s wettelijk niet is toegestaan als zij voor de overstap al deelnamen aan een bestaande pensioenregeling. Zij verwees hierbij ook naar de bescherming die artikel 4 lid 3 van de Wet op de Medische Keuringen biedt. Dga’s horen volgens de geschillencommissie alle vrijheid te hebben om na afloop van de contractperiode, ook met het oog op hun werknemers, in te gaan op een gunstiger aanbod van een andere pensioenuitvoerder. Een medische keuring mag hierbij geen hindernis opwerpen. De commissie stelde in deze zaak dan ook dat de nieuwe pensioenuitvoerder de dga alsnog zonder medische keuring en met terugwerkende kracht als deelnemer aan de pensioenregeling moest toelaten.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, 9 januari 2014 (publicatiedatum 28 januari), nr. 2014-15 (pdf)