Een ondernemingsraad (OR) krijgt met uiteenlopende en vaak ook heel specialistische zaken te maken en heeft daarvoor niet altijd de benodigde kennis in huis. Artikel 16 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) geeft de OR het recht om deskundigen te raadplegen.
Artikel 16 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) geeft de OR het recht om één of meer deskundigen in te schakelen (infographic), bijvoorbeeld in het kader van een advies- of instemmingsaanvraag over een complex besluit, zoals een fusie, een reorganisatie, de invoering van een nieuw functiewaarderingssysteem of een belangrijke investering. Het kan gaan om een deskundige binnen de organisatie zelf of een externe partij, zoals een accountant, pensioenadviseur, organisatiedeskundige, jurist of een bedrijfseconoom. De OR kan de deskundige uitnodigen voor het bijwonen van een OR-vergadering en tijdens deze vergadering om inlichtingen en advies vragen. Ook kan de OR de deskundigen vragen om een schriftelijk advies uit te brengen.
Als er kosten zijn verbonden aan het raadplegen van de deskundige en de OR hiervoor geen budget heeft of vrij wil maken (artikel 22, lid 4 WOR), moet de OR de kosten van de deskundige vooraf melden aan de bestuurder (artikel 22, lid 2 WOR). Is het nog niet duidelijk hoe lang het adviestraject gaat duren en wat het gaat kosten, dan kan de OR afspraken maken over de maximale kosten voor bijvoorbeeld de eerste drie maanden. De OR doet er goed aan om de bestuurder in dat geval wel duidelijk te maken dat als het adviestraject meer tijd in beslag neemt, de raad mogelijk extra kosten maakt. De kosten voor het raadplegen van de deskundigen komen voor rekening van de bestuurder, tenzij de bestuurder hiertegen bezwaar maakt.
De OR heeft geen toestemming van de bestuurder nodig om een deskundige in te schakelen. Brengt de deskundige geen kosten in rekening of betaalt de OR die kosten uit het OR-budget, dan hoeft de OR de bestuurder dus niet vooraf te informeren over het inschakelen van de deskundige. Om te voorkomen dat de relatie met de bestuurder onnodig onder druk komt te staan of dat het onderlinge vertrouwen geschaad wordt, is het beter om de bestuurder wel te informeren. Bovendien laat de OR daarmee ook zien het OR-werk serieus te nemen, zorgvuldig te werk te gaan en zich goed te laten informeren om zo tot een gewogen reactie te kunnen komen. Overigens kan de bestuurder proberen invloed uit te oefenen op de keuze van de OR voor een OR-adviseur (verdiepingsartikel).