Aanvullende RI&E verplicht bij gevaarlijke stoffen

3 december 2019 | Door redactie

Als werknemers moeten werken met gevaarlijke stoffen, lopen zij meer en grotere risico’s. Een calamiteit heeft direct grote gevolgen. Werkgevers moeten in zo’n geval een aanvullende risico-inventarisatie en –evaluatie maken: de ARIE.

Organisaties waar grootschalige processen met gevaarlijke stoffen (tool) plaatsvinden, moeten een aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie (ARIE) maken. De ARIE-regeling is bedoeld voor het in kaart brengen en beheersen van de gevaren voor werknemers. De ARIE is alleen verplicht voor organisaties die grote hoeveelheden brandbare, toxische of explosiegevaarlijke stoffen hebben. De regeling moet zware ongevallen te voorkomen. Als er namelijk iets fout gaat, heeft dat meestal direct ernstige gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers.

Werkgever blijft eindverantwoordelijk

Voor het maken van de ARIE wordt meestal een deskundige ingeschakeld zoals een hogere veiligheidskundige. Deze speelt een centrale rol in het opstellen, uitvoeren en toetsen van de ARIE. Hij moet de risico’s van zware ongevallen binnen de organisatie kennen en zorgen dat de werkgever hier passende maatregelen tegen neemt. Het traject voor het opstellen van de ARIE verschilt niet van de gewone RI&E (tool). De ARIE bestaat ook uit een inventarisatie van de risico’s, een evaluatie en een plan van aanpak. De eindverantwoordelijkheid ligt ook in dit geval bij de werkgever.

Deskundige voor opstellen ARIE

Het gaat niet alleen om de risico’s van wérken met de stoffen, maar ook om werken in de nabijheid van de stoffen; in de voedingsindustrie bijvoorbeeld kan een koelinstallatie zoveel ammoniak bevatten dat er ARIE-plicht geldt. De ARIE-regeling staat in het Arbobesluit, hoofdstuk 2, afdeling 2. Organisaties die hieronder vallen, moeten dit schriftelijk melden bij Inspectie SZW.  Naast de bedrijfsnaam en adresgegevens moeten ook installaties die gevaarlijke stoffen bevatten, doorgegeven worden. Ook wil de inspectie weten welke gecertificeerde arbodeskundige is ingeschakeld voor het opstellen van de ARIE.

 

 

 

Bijlagen bij dit bericht