Werknemers mag u in principe drie keer een tijdelijk contract aanbieden. Het vierde contract wordt automatisch een contract voor onbepaalde tijd. Een leer-arbeidsovereenkomst telt echter niet altijd mee in deze keten van arbeidsovereenkomsten, zo bepaalde de rechter onlangs.
Het ging in deze zaak om een chauffeur die was begonnen als leerling bij een meubelbedrijf. Hij had een leer-arbeidsovereenkomst bij de Stichting Vakopleiding Transport en Logistiek. Toen hij zijn diploma’s had gehaald, kreeg hij bij het meubelbedrijf drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten als zelfstandig chauffeur. Aanvankelijk wilde de werkgever hem een vast contract aanbieden, maar daar kwam hij van terug.
De werknemer stapte vervolgens naar de rechter. Hij meende dat de leer-arbeidsovereenkomst het eerste contract in de keten was en dat zijn derde contract als chauffeur dus feitelijk het vierde contract vormde. Daardoor zou zijn laatste tijdelijke arbeidsovereenkomst een overeenkomst voor onbepaalde tijd zijn geworden.
De rechter zag dat anders. Hij vond dat er sprake was van twee verschillende werkgevers, die verschillende rechtspersonen waren. Bovendien was de functie van leerling-chauffeur heel anders dan die van zelfstandig chauffeur. De leer-werkovereenkomst telde daarom niet mee in de keten van overeenkomsten.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 28 augustus 2012, LJN: BX7362