Het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is voor veel werknemers hét moment om met pensioen te gaan. Toch zijn er veel werknemers die graag door willen werken. Om werkgevers aan te sporen in gesprek te gaan met aanstaande AOW’ers, is de overheid een voorlichtingscampagne gestart.
Zo’n 10% van de Nederlandse beroepsbevolking is 60 jaar of ouder. Dat betekent dat zij binnen nu en zeven jaar de AOW-gerechtigde leeftijd (in 2023: 66 jaar en 10 maanden) bereiken. Volgens schattingen van de Sociale Verzekeringsbank bestaat de Nederlandse bevolking in 2040 zelfs voor bijna een kwart uit AOW’ers. Als werkgevers niets doen met dit arbeidspotentieel, laat zo’n verlies van arbeidskrachten zich in een structureel krappe arbeidsmarkt (extra) voelen.
Demissionair minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) roept werkgevers daarom op om in gesprek te gaan met werknemers die willen blijven werken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Om werkgevers hiertoe aan te zetten, is het ministerie van SZW de voorlichtingscampagne ‘Sommige werknemers zijn niet te stoppen’ (pdf) gestart, met daarin onder meer tips voor hoe werkgevers in gesprek kunnen gaan met werknemers die de pensioenleeftijd naderen.
Het werken met AOW’ers heeft zo zijn voordelen, en niet alleen omdat ze veel kennis en ervaring met zich meebrengen. Ook de overheid probeert het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om met ouderen te werken (artikel). Zo hoeven werkgevers sinds 1 juli 2023 bij ziekte van een AOW-gerechtigde werknemer het loon nog maar zes weken door te betalen. De verkorte termijn geldt ook voor de re-integratieverplichtingen, het opzegverbod bij ziekte én het recht op een Ziektewet-uitkering.
Uit onderzoek van vakblad Economisch Statische Berichten (ESB) onder ruim 800 gepensioneerden blijkt dat zo’n 40% van de AOW’ers openstaat voor betaald werk. Werkgevers die verder kijken dan de AOW-leeftijd, kunnen putten uit een onbenut arbeidspotentieel van naar schatting 200.000 AOW’ers. AOW’ers hebben wel bepaalde verwachtingen. De respondenten die aangaven open te staan voor betaald werk, vinden het vooral belangrijk dat het werk leuk is en dat zij zelf de werktijden kunnen bepalen. Ook zou de drempel naar betaald werk lager zijn als werkgevers ze actief zouden benaderen.