Werkgevers en werknemers in de tuinbouw zijn blij dat de nieuwe regels voor meer- en overwerk niet ingaan per 1 juli 2017, maar per 1 januari 2018. Door het uitstel kunnen zij dit jaar overwerkloon nog uitruilen met onbelaste vergoedingen voor extraterritoriale kosten.
Het uitstel voor de nieuwe regels voor meer- en overwerk is volgens Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) gunstig voor werkgevers en werknemers in de land- en tuinbouw. Zij hebben in de drukke seizoenen veel buitenlandse werknemers in dienst die meer uren werken dan de normale arbeidsduur per week. Het belaste loon voor deze meer- en overuren wordt vaak door middel van een cafetariasysteem (tool) geruild met de onbelaste vergoeding voor extraterritoriale kosten die werknemers krijgen.
Door de invoering van de nieuwe regels voor meer- en overwerk moeten alle uren die een werknemer werkt, minimaal beloond worden met het wettelijk minimumloon. Het ruilen van het loon over deze uren met een onbelaste kostenvergoeding zou daardoor niet langer mogelijk zijn. Het nettoloon van de werknemers wordt dan onder aan de streep lager en volgens LTO Nederland maakt dat het voor Nederlandse land- en tuinbouworganisaties heel moeilijk om buitenlandse seizoenswerkers aan te trekken. De werkgeverslasten worden bovendien hoger.
LTO Nederland, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Belastingdienst en een aantal Tweede Kamerleden zijn met elkaar in gesprek om te proberen om de cafetariaregeling voor de land- en tuinbouw te behouden.