Kabinet geeft tekst en uitleg bij Belastingplan 2024

24 oktober 2023 | Door redactie

Het kabinet heeft pagina's vol antwoorden gestuurd aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer op vragen over de belastingplannen voor 2024. Zo blijkt onder meer dat het kabinet niet wettelijk wil vastleggen dat de onbelaste reiskostenvergoeding elk jaar wordt aangepast aan de inflatie.

De parlementaire behandeling van de plannen voor 2024 die het kabinet op Prinsjesdag heeft gepubliceerd is in volle gang. De Tweede Kamer heeft al een flinke verbouwing van de plannen aangekondigd, die onder meer kan leiden tot een extra verhoging van de tarieven in box 2 en box 3 van de inkomstenbelasting. Op 25 oktober debatteert de Kamer nog een keer over de plannen, en waarschijnlijk zal er op 26 oktober over het pakket gestemd worden. De eerste besprekingen in de Eerste Kamer van de belastingplannen staat voor 31 oktober gepland. In de aanloop naar deze debatten heeft het kabinet een groot aantal vragen beantwoord. Liefhebbers kunnen de volledige documenten hier en hier vinden. Hieronder puntsgewijs een kleine bloemlezing uit de antwoorden.

Kosten van extra compensatie box 3?

In de antwoorden gaat het kabinet onder meer in op het slepende dossier dat 'box 3' heet. Eerder is een grote groep belastingplichtigen gecompenseerd omdat zij onevenredig hoog zijn aangeslagen. Dit 'rechtsherstel' heeft tot nu toe € 2,8 miljard gekost, meldt het kabinet. Nu speelt onder meer nog de vraag of ook belastingplichtigen die eerder geen bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing, alsnog compensatie moeten krijgen. Daar moet de Hoge Raad zich nog over buigen. Daarnaast is de vraag of de huidige wet die het rechtsherstel regelt wel deugt. De advocaat-generaal heeft in een advies aan de Hoge Raad al geoordeeld dat dit niet zo is. Verschillende Kamerleden willen weten wat de mogelijke gevolgen zijn voor de overheidsfinanciën. Maar het kabinet meldt dat er op dit moment nog geen betrouwbare inschatting valt te maken van wat eventueel aanvullend rechtsherstel gaat kosten. Want dat is nog erg afhankelijk van het precieze oordeel van de Hoge Raad. Bijvoorbeeld over de vraag wat nu tot het 'werkelijke rendement' gerekend moet worden.
Ook meldt het kabinet dat de invoering van een nieuw box 3-stelsel per 2027 op zich nog mogelijk moet zijn. Maar dan moet er uiterlijk in de zomer van 2024 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer zijn ingediend. Mocht de formatie van een nieuw kabinet dus lang duren, dan komt er waarschijnlijk opnieuw uitstel voor de nieuwe heffing.

Kilometervergoeding, WKR, bedrijfsopvolging en giftenaftrek VPB

  • De onbelaste reiskostenvergoeding die werkgevers kunnen geven gaat in 2024 verder omhoog naar € 0,23 per kilometer. Maar het kabinet wil geen jaarlijkse indexatie vastleggen in de wet. Dat zou minstens € 260 miljoen per jaar kosten, wat weer elders gedekt moet worden. Wel wil het kabinet om de zoveel tijd evalueren of de belastingvrije vergoeding nog aansluit bij de reiskosten.
  • Het kabinet is er geen voorstander van (pdf) om de hoogte van de vrije ruimte voor de werkkostenregeling (WKR) per sector vast te stellen. Onder meer omdat dan duidelijk moet zijn tot welke sector werkgevers behoren. Dat is waarschijnlijk niet altijd helder, wat weer discussies oplevert met de Belastingdienst. Daarnaast vinden veel werkgevers de WKR nu al ingewikkeld, en een vrije ruimte per sector maakt het er niet eenvoudiger op. 
  • Het kabinet verwacht dat de risico's rondom het voorstel om giften vanuit een bv te versimpelen beheersbaar zijn. De Belastingdienst noemt als risico's onder meer dat oneigenlijk gebruik moeilijk tegen te gaan is. Maar het kabinet ziet vooralsnog geen reden om het voorstel aan te passen. In de antwoorden wordt benadrukt dat het fiscale voordeel voor de gever kleiner zal zijn dan de gift, en dat aan een gift bovendien voorwaarden verbonden zijn.
  • Naar aanleiding van de voorgestelde wijzigingen in de fiscale regelingen voor bedrijfsopvolging, hebben Kamerleden ook gevraagd of er al een blauwdruk is voor het aanpassen van de zogeheten bezitstermijn en voortzettingstermijn in deze regelingen. Nu geldt dat opvolgers een onderneming minstens 5 jaar moeten voortzetten om in aanmerking te komen voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Bovendien moet de onderneming bij een erfenis minstens 1 jaar in bezit zijn geweest van de erflater. Bij een schenking is deze bezitseis 5 jaar (infographic). Het kabinet antwoordt dat er nog geen blauwdruk is, maar wel dat het de bedoeling is dat deze termijnen ingekort worden. Bij de voortzettingseis ligt dat wat makkelijker dan bij de bezitseis, aldus het kabinet, omdat bij de bezitseis goed gekeken moet worden of het risico op oneigenlijk gebruik niet te groot wordt. 
  • Het kabinet verwacht niet dat de opbrengsten van de hogere motorrijtuigenbelasting (MRB) op kampeerauto's tegen zullen vallen omdat eigenaren vaker het kenteken schorsen. Voor een geschorst kenteken hoeft de eigenaar tijdelijk geen MRB te betalen. Door het voorstel gaan de MRB-kosten voor een gemiddelde kampeerauto omhoog van € 880 naar € 1.760 per jaar, rekent het kabinet voor. Bij de maatregel is al rekening gehouden met een gedragseffect, en het kabinet schat in dat de geraamde belastingopbrengsten realistisch zijn.

Rekenoefening met tarief inkomstenbelasting

In de antwoorden op vragen van de Eerste Kamer geeft het kabinet onder meer een overzicht van hoe de belastingplannen er inmiddels uitzien, na de verwerking van de aanpassingen van de Tweede Kamer. Daarin zijn onder meer de aanpassingen aan de grensbedragen in de inkomstenbelasting opgenomen. Ook doet het kabinet op verzoek van Senaatsleden rekenoefeningen met het volledig afschaffen van de arbeidskorting, één van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting (checklist). Als de arbeidskorting helemaal zou vervallen, zou het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting met 7,43 procentpunt omlaag kunnen. In plaats van bijna 37% zou het tarief dan 29,54% worden. Daarbij merkt het kabinet wel op dat hierin niet is meegenomen dat een lagere arbeidskorting er mogelijk ook toe leidt dat het voor mensen minder loont om te werken, waardoor de belastinginkomsten ook dalen.