Dat werknemers braaf naar kantoor komen, plaatsnemen aan hun bureau en aan de slag gaan, wil nog niet zeggen dat ze ook daadwerkelijk productief zijn. Gemiddeld verspillen werknemers op kantoor zo’n drie uur per werkdag. Gebrek aan sociale controle en uitstelgedrag zijn een paar boosdoeners.
Onlangs publiceerde Microsoft een rapport waarbij 20.000 respondenten zijn gesproken en gebruikersgegevens van Microsoft-365 zijn geanalyseerd. Uit de analyse van de gegevens is gebleken dat thuiswerkers productief zijn en hard werken. De gewerkte uren, het aantal vergaderingen in Teams en andere activiteitsstatistieken zijn toegenomen onder de thuiswerkers. Er zijn nu bijvoorbeeld anderhalf keer meer vergaderingen in Teams dan aan het begin van de pandemie.
Dit in tegenstelling tot werknemers op kantoor. Zij mogen dan wel een hele dag aanwezig zijn, ze zijn niet de volle acht uur productief. Uit een eerder onderzoek van Microsoft onder Britse werknemers bleek dat werknemers ongeveer de helft van een werkdag echt productief zijn. Een Britse werknemer verspilt dus meer dan tweehonderd uur per jaar. In organisaties gaan per werknemer dus 28 dagen per jaar verloren.
Tijdverspilling komt vooral door uitstelgedrag. Werknemers die een eigen kantoor hebben, maken zich hieraan het vaakst schuldig; zij laten zich onder meer afleiden door de beschikbaarheid van internet en de mogelijkheid sociale media te bekijken. Er zijn dan geen collega’s in de buurt die kunnen ‘meekijken’ en er iets van kunnen zeggen. Samenwerken met collega’s (e-learning) doet de productiviteit stijgen. Onder meer door de sociale controle die dat met zich meebrengt. Ook speelt het sociale aspect op kantoor nu een grotere rol dan voor de pandemie. Werknemers zijn minder vaak op kantoor. Als zij er wel zijn, nemen zij nu meer de tijd om een praatje te maken met collega’s die ze niet zo vaak zien.