De aanwezigheid van managers in organisaties is wel vaker punt van discussie, en veel managers lijken zelf ook niet te geloven dat ze onmisbaar zijn. Uit recent onderzoek blijkt dat bijna een vijfde van de managers zijn rol overbodig vindt.
In tijden waarin bezuinigd moet worden, wordt vaak gekeken naar manieren om de overhead te beperken. Het is verrassend hoe makkelijk het soms blijkt te zijn om de organisatie draaiende te houden met de helft minder managers. Dat wil natuurlijk niet noodzakelijkerwijs zeggen dat ze overbodig zijn, maar het geeft wel te denken. Managers zijn zelf ook niet helemaal overtuigd van hun toegevoegde waarde. Hoewel 22% beweert onmisbaar te zijn, vindt een bijna net zo groot percentage (18%) dat hun functie overbodig is. Dat blijkt uit onderzoek van ISBW onder ruim 500 managers in Nederland.
Daarnaast geeft 12% van de ondervraagde managers aan last te hebben van het ‘impostor syndroom’, oftewel het ‘bedriegerssyndroom’. Ze zijn bang dat op een dag hun omgeving erachter komt dat ze eigenlijk niet echt iets kunnen. Ze geloven niet dat het feit dat ze succesvol zijn iets is wat ze hebben verdiend of bereikt doordat ze zich ervoor hebben ingezet. Hoewel zowel mannelijke als vrouwelijke managers hier last van hebben, komt het veel vaker voor bij hoogopgeleide succesvolle vrouwen. In een internationaal onderzoek van KPMG geeft 75% van de ondervraagde vrouwelijke managers aan gedurende hun carrière last te hebben gehad van het impostor syndroom. Sterker nog, 85% van de 750 respondenten gelooft dat dit een normaal verschijnsel is onder vrouwen.
Veel managers zijn door de omstandigheden in een leidinggevende functie terechtgekomen. Dat betekent dat ze zich gedurende hun carrière ontwikkelen, zowel theoretisch als in praktische zin. Dit kan onzekerheid met zich meebrengen. Ook een plotselinge verandering kan ervoor zorgen dat het syndroom weer de kop opsteekt. Door de coronapandemie zijn veel werknemers gaan thuiswerken (tool). Van managers vaagt dit om een andere manier van leidinggeven en aansturen van teams. Doordat teamleden elkaar fysiek niet treffen, is het lastiger om het teamgevoel te creëren en te zorgen dat teamleden zich verbonden blijven voelen met de organisatie (artikel). Dat vraagt juist om zekere managers die durven loslaten en zich open opstellen. Het impostor syndroom kan dat in de weg zitten.