Van micromanagement wordt niemand blij
Elke stap die een medewerker zet op de voet volgen, lijkt misschien een goed idee voor leidinggevenden. Dat geeft hen immers grip op het werk. Of toch niet? In de praktijk blijkt micromanagement funest voor de motivatie en de productiviteit van werknemers.
Natuurlijk hebben de meeste nieuwe medewerkers begeleiding nodig bij elke stap van hun werk. Op een keer moeten ze het echter onder de knie hebben en dan moet de leidinggevende een stapje terugdoen. Anders wordt hij een soort controlfreak die alleen maar bezig is om alles tot in de details te beheersen. Het gevaar is dat de werknemer dan ook geen opbouwende kritiek krijgt als hij het werk niet goed heeft gedaan, maar dat de leidinggevende alleen maar bezwaren opwerpt of het werk eigenhandig overdoet.
Gevolgen van micromanagement
Deze manier van leidinggeven heeft overspannen en gefrustreerde managers én medewerkers tot gevolg. Werknemers raken gedemotiveerd door het gevoel te krijgen dat ze het nooit goed doen. Ze krijgen immers alleen maar negatieve feedback. Er komt een moment dat ze zich gaan afvragen waarom ze eigenlijk nog zouden proberen om het goed te doen, als de leidinggevende het toch afkeurt en het zelf herstelt. Het gevolg is dat werknemers zich niet meer betrokken voelen bij het werk.
Autonomie werkt beter
Betrokken werknemers komen daarentegen vaker met plezier naar hun werk, zijn productiever en blijven langer bij de organisatie in dienst. Die betrokkenheid wordt gecreëerd door medewerkers meer vertrouwen, vrijheid en autonomie te geven. Ook flexibiliteit is een tegenhanger van micromanagement die in de praktijk goed werkt. Werknemers die flexibele werktijden (artikel) hebben of regelmatig kunnen thuiswerken, ervaren meer vertrouwen en vrijheid dan medewerkers die minder controle hebben over hun eigen werktijden en werkplek.