De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel dat ervoor moet zorgen dat mbo-opleidingen beter aansluiten op de wensen van werkgevers. In het uiterste geval kunnen opleidingen worden beëindigd als er vanuit de arbeidsmarkt geen vraag naar is.
Mbo-opleidingen moeten hun aanbod beter op elkaar en op de arbeidsmarkt afstemmen. Het wetsvoorstel dat dit regelt, moet ervoor zorgen dat mbo-leerlingen beter worden voorbereid op de beroepspraktijk. Biedt een mbo-opleiding onvoldoende kans op een baan, dan krijgt de school eerst zelf de gelegenheid om de opleiding te beëindigen. Wil de school de opleidingen niet zelf schrappen, dan kan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) dit opleggen. Er wordt straks dus kritisch gekeken of een mbo-opleiding voldoende aansluit op de behoeften van werkgevers. In het uiterste geval kan het betekenen dat opleidingen stoppen als er onvoldoende vraag naar is. Hierdoor kunnen kostbare opleidingen blijven bestaan die wel in een arbeidsmarktbehoefte voorzien.
Onlangs heeft minister Bussemaker van OCW ook ingestemd met het concept (pdf) voor een subsidieregeling die de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven moet versterken. Voor het zogenoemde regionaal investeringsfonds mbo stelt het ministerie voor de periode 2014-2017 een subsidiebedrag van € 100 miljoen beschikbaar voor publiek-private samenwerking. Vanaf december 2013 organiseert het ministerie van OCW samen met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) verschillende regionale bijeenkomsten om aanvragers van de subsidie te informeren.