Wéér uitstel voor pensioenbedrag ineens, nu naar 2025

10 november 2023 | Door redactie

De mogelijkheid voor werknemers om maximaal 10% van hun pensioen in één keer op te nemen (‘pensioenbedrag ineens’), is voor de derde keer dit jaar uitgesteld. De beoogde ingangsdatum is verschoven van 1 juli 2024 naar 1 januari 2025.

Demissionair minister Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft het nieuwste uitstel aangekondigd in een Kamerbrief over een aantal pensioenonderwerpen (pdf). Reden voor het uitstel is dat (vertegenwoordigers van) pensioenuitvoerders minimaal zes tot negen maanden nodig hebben om hun pensioendeelnemers te informeren over de mogelijkheid om een pensioenbedrag ineens op te nemen, en de gevolgen daarvan. Nu de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer pas begin 2024 op de agenda staat, is er niet voldoende ‘aanlooptijd’. Ook ten aanzien van de nieuwe beoogde ingangsdatum 1 januari 2025 houdt de minister een slag om de arm. Stokt het plenaire proces, dan is verder uitstel niet ondenkbaar.

Pensioenbedrag ineens is vrij besteedbaar

Het pensioenbedrag ineens houdt in dat pensioendeelnemers de keuze krijgen om maximaal 10% van hun ouderdomspensioen in één keer te laten afkopen. Zij kunnen zelf kiezen wat ze met dit geld doen. Zo is het bedrag bijvoorbeeld bruikbaar voor een reis, het afbetalen van een hypotheeklening of een verbouwing. Het wetsvoorstel regelt dat het pensioenbedrag is uit te keren op de ingangsdatum van het pensioen óf in de maand januari van het jaar volgend op het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt. Dat tweede moment wordt alleen een optie voor werknemers die met pensioen gaan in de maand waarin zij de AOW-leeftijd bereiken en werknemers die op de eerste dag volgend op de maand waarin zij AOW-gerechtigd worden met pensioen gaan.

Eerder starten met pensioenopbouw

Een andere maatregel die minister Schouten in de Kamerbrief toelicht, is de verlaging van de toetredingsleeftijd voor pensioenregelingen. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (WTP) gaat de toetredingsleeftijd per 1 januari 2024 van 21 jaar naar 18 jaar. Dit moet ervoor zorgen dat meer werkenden eerder starten met hun pensioenopbouw. Voor werkgevers met een pensioenregeling met een toetredingsleeftijd hoger dan 18 jaar en met werknemers tussen de 18 en 21 jaar, heeft de wijziging per 2024 dus direct financiële consequenties. Werkgevers doen er goed aan zich te laten informeren over de wijziging door hun pensioenuitvoerder of -adviseur.

Wilt u de voortgang van het wetsvoorstel bijhouden? Controleer dan regelmatig dit overzicht van voorstellen voor wetten en regelingen op het gebied van personeel en arbeid (account benodigd).

Meer informatie over de uitwerking van het pensioenakkoord vindt u in de toolbox Snel aan de slag met de gevolgen van het pensioenakkoord.