De ondernemingsraad (OR) en de werkgever houden zich vaak niet aan artikel 24 WOR. Het overleg tussen beide partijen hoort minimaal twee keer per jaar plaats te vinden, maar dit gebeurt slechts één keer of zelfs helemaal niet.
De bestuurder en de OR blijken in 37% van de gevallen minder vaak te overleggen dan zij volgens de Wet op de ondernemingsraden (WOR) horen te doen. 20% houdt de halfjaarlijkse overlegvergadering (het zogenoemde artikel-24-overleg) slechts één keer per jaar en bij 17% komt er zelfs helemaal niets van terecht. Dit blijkt uit de MonitOR 2015-2016 van SBI Fomaat.
Volgens het artikel-24-overleg bespreken de OR en de bestuurder minimaal twee keer per jaar de algemene gang van zaken in de organisatie. Tijdens dat overleg moeten belangrijke organisatieplannen ter sprake komen waarover het adviesrecht of instemmingsrecht van de OR mogelijk van toepassing zal zijn. De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft een modelovereenkomst gepubliceerd om te helpen bij het artikel-24-overleg.
Volgens artikel 24, lid 2 WOR hoort ook de toezichthouder aanwezig te zijn bij de overlegvergadering over de algemene gang van zaken. Bij slechts 4% van de ondernemingsraden is de toezichthouder altijd aanwezig bij deze vergadering. Bij driekwart van de ondernemingsraden is de toezichthouder zelfs nooit aanwezig. Ook het contact met de toezichthouder loopt niet altijd op rolletjes; bij 33% is er nooit informeel contact tussen OR en toezichthouder.