In 2015 is 60% van de ondernemingsraden één of meerdere keren gepasseerd als de bestuurder een adviesplichtig besluit nam. Bij instemmingsplichtige besluiten kreeg 37% van de ondernemingsraden één keer of vaker onterecht geen instemmingsaanvraag voorgelegd.
Ondernemingsraden in Nederland kregen in 2015 gemiddeld 6,5 keer een adviesaanvraag en 4 keer een instemmingsverzoek voorgelegd. Dat blijkt uit de MonitOR 2015-2016 van SBI Formaat. Omdat 60% van de OR’en één of meerdere keren is gepasseerd bij adviesplichtige en 37% bij instemmingsplichtige besluiten, moeten die aantallen (6,5 respectievelijk 4) eigenlijk hoger liggen.
De Wet op de ondernemingsraden (WOR) schrijft in artikel 24 voor dat de ondernemingsraad twee keer per jaar met de bestuurder de algemene gang van zaken moet bespreken. Dat zogenoemde artikel-24-overleg is voor de OR een belangrijk hulpmiddel om tijdig bij nieuwe organisatieplannen betrokken te worden. Zo moet de bestuurder in deze overlegvergadering aangeven welke organisatieplannen op stapel staan waarop de OR adviesrecht (artikel 25 WOR) of instemmingsrecht (artikel 27 WOR) heeft.
Eerder bleek al dat de halfjaarlijkse overlegvergadering er vaak bij inschiet. Dat is een mogelijke oorzaak waardoor ondernemingsraden in de praktijk niet altijd een advies- of instemmingsverzoek krijgen voorgelegd terwijl dat wel zou moeten. Vasthouden aan de halfjaarlijkse overlegvergadering is dus belangrijk. Als de OR dan alsnog gepasseerd wordt, doet hij er goed aan om met de bestuurder te bespreken waar het mis ging. Soms is het voldoende om te overleggen bij welke concrete besluiten de OR een rol speelt. Ook kunnen de OR en de bestuurder afspreken om naast het artikel-24-overleg vaker overleg te voeren over belangrijke organisatiebesluiten.