Iedere organisatie met 50 werknemers of meer is verplicht om een ondernemingsraad (OR) in te stellen. Toch voldoet niet iedere organisatie aan die verplichting. Is er vanuit de werknemers geen animo voor een OR, dan moet dat blijken uit de OR-verkiezingen. De werkgever moet de behoefte blijven peilen. Dat kan alleen als hij beschikt over een zogenaamd vrijwillig OR-reglement.
Iedere organisatie waar in de regel 50 werknemers of meer werkzaam zijn, moet een OR instellen. Die instellingsplicht staat in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Uit onderzoek blijkt echter dat 3 op de 10 organisaties met een instellingsplicht geen OR hebben. Dat de werknemers van een instellingsplichtige organisatie geen behoefte hebben aan een OR, kan de bestuurder niet zomaar beweren. Hij moet in ieder geval een OR-reglement (infographic) hebben en op basis hiervan van tijd tot tijd – bijvoorbeeld elke drie jaar – verkiezingen organiseren. Uit de uitslag moet blijken of er al dan geen belangstelling is voor een OR. Op grond van artikel 5 WOR kan de Sociaal-Economische Raad (SER) een bestuurder ontheffing verlenen voor het instellen van een OR als hij aantoonbaar beschikt over een regeling of organisatievorm die een vergelijkbare medezeggenschap biedt als een OR. De SER is hier echter terughoudend mee. Dat de werknemers geen behoefte hebben aan een OR, ontslaat de bestuurder beslist niet van zijn instellingsplicht.
Heeft de organisatie geen OR en hebben de werknemers daar wel behoefte aan, dan kunnen zij daartoe een verzoek indienen bij de bestuurder. Een groepje collega’s kan bijvoorbeeld aan de werkgever aanbieden om het voorbereidende werk te doen en de OR-verkiezingen te organiseren. Weigert de bestuurder om een OR in te stellen, dan kunnen de werknemers de vakbond inschakelen die leden heeft in de organisatie. Vraag de vakbond om er bij de bestuurder op aan te dringen dat er een OR komt. De vakbond kan hem onder druk zetten als dat nodig is en – als hij blijft weigeren – een procedure starten bij de kantonrechter.
Werknemers mogen ook zelf naar de kantonrechter stappen. Het is verstandig om dit niet alleen, maar gezamenlijk te doen. Waarschijnlijk zal de bestuurder het de werknemer namelijk niet in dank afnemen. Bij de kantonrechter kan de vakbond of de afvaardiging van werknemers op grond van artikel 36 WOR stellen dat de bestuurder in gebreke blijft ten aanzien van de OR-instellingsplicht. De kans is groot dat de kantonrechter de bestuurder een termijn stelt waarbinnen hij alsnog een OR moet instellen, met als sanctie het betalen van een dwangsom.
Meer informatie over het vormgeven van een OR vindt u in de toolbox Richt in 8 stappen een ondernemingsraad op.