Oproep aan werkgevers om te stoppen met generatiedenken

21 september 2023 | Door redactie

Op de werkvloer zijn werknemers van diverse pluimage te vinden, ook qua leeftijden. Het is niet ongebruikelijk dat mensen op basis van hun geboortejaar in het hokje van hun generatie worden gestopt. AWVN riep werkgevers onlangs op hiermee te stoppen.

Waar babyboomers (geboortejaren 1940-1955) langzaamaan van de arbeidsmarkt verdwijnen, daar neemt het aantal Gen Z’ers (2000-2015) (artikel) op de werkvloer de komende jaren juist een vlucht. Een groot verschil in leeftijd, dus ook een groot verschil in wensen, behoeften en verwachtingen. Althans, zo is het idee van generatiedenken.

Generatiedenken werkt generaliserend

Eén van de bezwaren hiertegen is dat er nauwelijks wetenschappelijk bewijs is voor verschillen tussen generaties, zo haalt werkgeversvereniging AWVN aan. Generatiedenken zou juist generaliserend werken en tegenstellingen tussen generaties vergroten, in plaats van verbindend te werken. Tussen wat ‘ouderen’ en ‘jongeren’ belangrijk vinden in hun werk zijn wel degelijk verschillen, maar die hebben volgens de wetenschap meer te maken met de levensfase waarin iemand zich bevindt en niet zozeer met de generatie waartoe iemand behoort.

Behoefte verschilt per levensfase

Hoewel het per persoon verschilt, zijn er globaal vier levensfasen te onderscheiden. De starter op de arbeidsmarkt is vooral bezig met het ontdekken van zijn interesses en het opdoen van kennis. In de volgende fase ligt de focus van werknemers op het maken van carrière en het ontwikkelen. Niet zelden start een werknemer in deze fase een gezin, waardoor bijvoorbeeld een goede werk-privébalans extra belangrijk is. In de fase van reflectie en bezinning komen werknemers vaak op een kruispunt in hun carrière en overpeinzen ze hun eerdere en mogelijke toekomstige loopbaankeuzes. In de laatste fase vinden veel werknemers de zingeving van hun werk en het benutten van hun kennis en ervaring belangrijk.

Belang van individuele behoeften

Ook bij de levensfasen gaat het om een gemiddeld beeld: er is dus sprake van een generalisatie. De persoonlijkheden en voorkeuren van werknemers uit een bepaalde levensfase kunnen binnen zo’n grote groep evengoed uiteenlopen. Volgens AWVN doen werkgevers er goed aan om:

  • meer naar individuele behoeften en voorkeuren van werknemers te kijken en daarover met hen in gesprek gaan;
  • te investeren in zaken die bijna alle werknemers belangrijk vinden, zoals opleiding en ontwikkeling, flexibiliteit, zingeving en een goede werk-privébalans;
  • voor verbinding in teams te zorgen door werknemers van verschillende leeftijden samen te laten werken, zodat ‘verschillende’ collega’s van elkaar leren en het begrip voor elkaar toeneemt;
  • te investeren in een cultuur waarin ieders inbreng telt en waarin iedereen zich vrij voelt om volwaardig mee te doen, bijvoorbeeld door iedereen bij het werkoverleg evenveel aan het woord te laten.