Voor de komende jaren staan er diverse wijzigingen voor de loonkostenvoordelen (LKV), lage-inkomensvoordeel (LIV) en jeugd-LIV op stapel. De jeugd-LIV eindigt zelfs al per 2024. Uit de Prinsjesdagstukken bleek geen nieuwe informatie.
De Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) heeft twee tegemoetkomingen voor werkgevers ingevoerd: het lage-inkomensvoordeel (LIV) (artikel) en loonkostenvoordeel (LKV) (artikel). Werkgevers kunnen een LKV ontvangen voor de volgende groepen werknemers: uitkeringsgerechtigden van 56 jaar en ouder, arbeidsgehandicapten, herplaatste arbeidsgehandicapten en werknemers uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden.
De bovengrens van het uurlooncriterium van het LIV daalt per 1 januari 2024 van 125% naar 104% van het wettelijk minimumloon (WML). Tot en met 2023 is één van de voorwaarden van het LIV dat het gemiddeld uurloon over een kalenderjaar tussen de 100% en 125% ligt. Per 1 januari 2025 moet er dan een einde komen aan het LIV. Het jeugd-LIV komt al per 1 januari 2024 ten einde.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft ook een aantal wijzigingen voor ogen voor de LKV’s. Zo moet het LKV werknemers uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden structureel beschikbaar worden. Dit maakt dan een einde aan de maximale toepassingsperiode van drie jaar die nu geldt.
Verder staan per 2026 de volgende wijzigingen gepland:
Voor het LKV 56 en ouder wordt in 2025 (uitbetaling in 2026) de hoogte van de tegemoetkoming verlaagd en per 2026 eindigt dit LKV. In de Voorjaarsnota 2023 stond al dat de doelmatigheid van het LKV oudere werknemer ‘op zijn hoogst beperkt is’. Omdat de regering flink moest bezuinigen, werd dat aanleiding om deze tegemoetkoming te schrappen.
Download de belangrijkste Prinsjesdagstukken in pdf, zodat u snel de achtergrondinformatie bij de hand heeft.