Voor de beëindiging van een dienstverband heeft u straks geen toestemming meer nodig van UWV WERKbedrijf of de kantonrechter. Dit staat in de hoofdlijnennotitie die demissionair minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarin worden voorstellen gedaan om het ontslagrecht te hervormen.
Ontslag van een werknemer kan straks zonder preventieve toets door UWV WERKbedrijf of de kantonrechter. U moet dan wel een opzegtermijn van twee maanden aanhouden en de werknemer schriftelijk informeren over uw voornemen om het dienstverband te beëindigen. De werknemer krijgt vervolgens in een interne hoorprocedure de mogelijkheid om te reageren op het voorgenomen ontslag. Is hij van mening dat het ontslag onterecht is, dan kan hij alsnog naar de rechter stappen.
De mogelijkheid om een dienstverband door de rechter te laten ontbinden, blijft ook bestaan voor situaties waarin opzegging niet mogelijk is, omdat er bijvoorbeeld een opzegverbod van toepassing is maar er wel omstandigheden zijn waardoor voortzetting van het dienstverband niet mogelijk is, zoals een verstoorde arbeidsrelatie.
Beëindigt u straks een dienstverband – ongeacht of het om een vast of een tijdelijk contract gaat – dan draait u als werkgever straks op voor de eerste periode van werkloosheid met een maximale termijn van zes maanden. Voor kleine werkgevers komt er mogelijk een uitzondering op de verplichting om de WW-premie door te betalen, omdat zij anders bij ontslag in grote financiële problemen zouden kunnen komen.
Vanaf 2014 krijgen werknemers bij ontslag een zogeheten transitiebudget, dat de huidige ontslagvergoeding vervangt. Dit budget bedraagt een kwart maandsalaris per gewerkt jaar, met een maximum van een half jaarsalaris. Deze financiële vergoeding moet de ontslagen werknemer gebruiken voor scholing of het vinden van nieuw werk.
De maatregelen om het ontslagrecht te hervormen, zijn beschreven in de Hoofdlijnennotitie Aanpassing ontslagrecht en WW (pdf), die demissionair minister Kamp van SZW onlangs naar de Tweede Kamer en de Sociaal-Economische Raad (SER) heeft gestuurd. Kamp wil deze belangrijke notitie graag nog vóór het zomerreces met de Tweede Kamer bespreken.