Werknemers die na langdurige ziekte als gevolg van hersenletsel weer aan het werk gaan, worden vaak onjuist beoordeeld. Blijvend letsel is niet direct zichtbaar waardoor artsen de capaciteiten van de werknemers overschatten. Dat heeft gevolgen voor hun re-integratie.
Jaarlijks krijgen zo’n 160.000 mensen een hersenziekte of een vorm van niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Dat kan komen doordat zij getroffen worden door een beroerte of een hartstilstand. Ook een ongeluk of hersenoperatie kan de oorzaak zijn. Hersenletsel kan blijvende gevolgen hebben zoals moeizame informatieverwerking en vermoeidheid. Doordat deze gevolgen niet direct zichtbaar zijn, laten artsen de werknemer te snel met de re-integratie beginnen. Het risico daarvan is dat iemand nog een keer langdurig uitvalt.
Slechts 40% van de werkenden die getroffen zijn door NAH, is na twee jaar weer aan het werk. De Wet verbetering Poortwachter verplicht werkgevers om al vroeg met re-integratie aan de slag te gaan. Na zes weken maakt de werkgever een probleemanalyse en na acht weken een Plan van Aanpak (tool), dat elke zes weken geëvalueerd wordt. Maar te vroege re-integratie kan blijvende terugkeer op de werkvloer juist in de weg staan. Een juiste beoordeling door bedrijfsarts en UWV is dus cruciaal. Op werkenmethersenletsel.nl krijgen werkgevers, werknemers en arboprofessionals informatie over optimale re-integratie van werknemers met NAH.