Per 2024 kan niet meer alleen de Sociale Verzekeringsbank de alleenstaande-ouderenkorting toepassen. AOW'ers kunnen die optie ook naar uw organisatie overhevelen. Dat brengt wel een paar aanpassingen aan de administratieve processen met zich mee.
Elke werknemer moet bij indiensttreding doorgeven of hij wil dat uw onderneming wel of niet de loonheffingskorting voor hem toepast. Elke werknemer mag die maar bij één werkgever inzetten. Uw organisatie moet de keuze van de werknemer na verwerking bewaren in de loonadministratie. De Belastingdienst stelt geen eisen aan de vorm waarin dit wordt vastgelegd, zolang bepaalde gegevens maar op het formulier staan. De handtekening van de werknemer bijvoorbeeld.
Download de tool Model gegevens vastleggen voor de loonheffingen
Per 2024 wordt aan het lijstje met verplichte gegevens voor de loonheffingen een extra vraag toegevoegd. De werkgever kan per 2024 namelijk ook de alleenstaande-ouderenkorting verrekenen. Tot en met 2023 was die mogelijkheid voorbehouden aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB), die de AOW-uitkeringen uitbetaalt.
AOW-gerechtigde werknemers kunnen er per 2024 dus voor kiezen om de loonheffingskorting – waar de alleenstaande-ouderenkorting onderdeel van is – door uw onderneming te laten toepassen en niet meer door de SVB. Daar moet het opgaveformulier per 2024 natuurlijk wel de mogelijkheid voor bieden.
Niet alleen de gegevens voor de loonheffingen worden uitgebreid. De loonbelastingtabellen voor 2024 krijgen vanwege deze verandering twee extra kolommen: eentje voor inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen inclusief verrekening van de alleenstaande-ouderenkorting en eentje voor het bijbehorende bedrag van de verrekende arbeidskorting.