Als een werkgever aan een vertrekkende werknemer een ontslagvergoeding betalen, mag hij daarbij de werkgeversheffing voor de Zorgverzekeringswet (ZVW) niet vergeten. De berekening van die heffing moet bovendien precies kloppen.
Een ontslagvergoeding is geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, maar loon uit vroegere dienstbetrekking. Dat heeft voor de werkgever een aantal gevolgen. Zo moet de groene tabel voor bijzondere beloningen (tool) gebruikt worden voor het berekenen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen. Daarnaast zijn er over de vergoeding geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd, maar wel de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW).
De ontslagvergoeding is geen tijdvakloon. Als een werknemer per 30 november 2017 uit dienst is gegaan, ontvangt hij in december 2017 uitsluitend een bijzondere beloning, namelijk de ontslagvergoeding. Voor de berekening van de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW die verschuldigd is, moet de werkgever dan ook geen loontijdbedrag aan de bestaande cumulatieven tot en met november toevoegen. Het aantal cumulatieve loontijdvakken van een maand blijft totaal elf. De werkgever moet dus rekenen met elf maal de loontijdvakbedragen van een maand.
Het kan voorkomen dat de werkgever over de ontslagvergoeding geen aanvullende werkgeversheffing ZVW hoeft te betalen. Dat is het geval als hij elke maand ZVW-heffing betaalt over 1/12 van het maximumbijdrageloon in het kalenderjaar. Het maximale bedrag over de elf tijdvakken die de werknemer dat jaar voor de organisatie heeft gewerkt, is dan immers al betaald.