Het Adviescollege Toetsing Regeldruk vindt het een slecht idee om het wetsvoorstel voor wijziging van de re-integratieverplichting in te dienen. Het plan om voor kleinere mkb-bedrijven de re-integratieverplichting na het eerste ziektejaar te stoppen, stuit op te veel praktische bezwaren.
Met het 'Wetsvoorstel wijzigen van de re-integratieverplichtingen in het tweede ziektejaar van werknemers bij kleine en middelgrote werkgevers' wil demissionair minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de re-integratieverplichtingen voor kleine en middelgrote bedrijven verlichten. Werkgevers krijgen de mogelijkheid de re-integratie van een zieke werknemer na het eerste jaar af te sluiten. In het tweede jaar kunnen werkgever en werknemer zich dan richten op werkhervatting bij andere werkgevers. Afsluiten kan alleen als de werknemer ermee instemt of met toestemming van UWV. De plicht om de werknemer bij eigen werkgever te laten terugkeren, vervalt. De plicht tot loondoorbetaling bij ziekte blijft het tweede jaar wel bestaan.
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) noemt een aantal argumenten voor het negatieve advies. Het bieden van de mogelijkheid na het eerste ziektejaar de re-integratie van zieke werknemers in het eigen bedrijf te beëindigen, stuit op een aantal praktische bezwaren. Zo is er al enige tijd een tekort aan keuringsartsen bij het UWV. Ook is eerder stoppen met de re-integratie bij de eigen werkgever niet in het belang van de werknemer. Die wil immers voldoende tijd en mogelijkheden krijgen om te kunnen re-integreren. Het is dus niet te verwachten dat werknemers hieraan meewerken. Er wordt een toename van WIA-uitkeringen en ontslagzaken verwacht. Dan zou deze wetswijziging onevenredig veel extra regeldruk met zich meebrengen. Ten slotte begrijpt het college niet waarom de minister niet heeft onderzocht of er minder belastende alternatieven zijn.
Op de website van ATR is het volledige advies Wetsvoorstel wijzigen re-integratieverplichtingen in het 2e ziektejaar (pdf) te lezen.