Werkgevers betalen per 2023 minder aan premies werknemersverzekeringen voor werknemers met een brutoloon per maand tot € 5.165. Boven dit loon loopt het verschil op in het nadeel van de werkgever. Dit blijkt uit recente berekeningen van ADP.
Premies werknemersverzekeringen blijven ook dit jaar gedifferentieerd en zijn afhankelijk van het soort arbeidscontract (voor het Werkloosheidsfonds (Awf)), de grootte van de loonsom (voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof)) en het aantal gevallen in de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en de Ziektewet (ZW) dat aan de werkgever toegerekend worden (voor de Werkhervattingskas (Whk)).
Voor werknemers met een brutoloon per maand tot € 5.165 betalen werkgevers in 2023 minder aan premies werknemersverzekeringen. Daarna loopt het verschil op in het nadeel van de werkgever. Voor bijvoorbeeld een werknemer met een brutoloon van € 5.250 moet een werkgever € 41,96 per maand meer afdragen. En vanaf een brutoloon van € 5.750 wordt het maximale verschil van € 100,09 per maand meer bereikt. Dat blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP, dat jaarlijks de werkgeverslasten inzichtelijk maakt.
Uit de berekeningen van ADP blijkt ook dat het nettoloon op de loonstrook van de werknemer stijgt. Een werknemer met een modaal brutosalaris (€ 3.086) gaat er per 2023 netto met € 91 (3,70%) per maand op vooruit. De belangrijkste reden voor de stijging van het nettoloon is de hogere arbeidskorting. Werknemers met een brutosalaris van anderhalf keer modaal gaan er per maand € 87 (2,69%) op vooruit en bij werknemers met twee keer modaal gaat het om € 98 (2,43%). Bovendien is het wettelijk minimumloon naast de gebruikelijke indexatie per 1 januari 2023 nog eens extra verhoogd, in totaal met 10,15%.