Wel transitievergoeding na weigeren herplaatsing

1 augustus 2023 | Door redactie

Weigert een werknemer herplaatsing in een andere passende functie als zijn eigen functie vervalt, dan behoudt hij wel het recht op de transitievergoeding. Tot dat oordeel kwam Gerechtshof ’s-Hertogenbosch onlangs.

Per 1 januari 2022 verviel de functie van een casemanager huiselijk geweld. De werkgever bood de werknemer de kans om in dienst te blijven, maar de werknemer legde de aanbiedingen voor andere passende functies naast zich neer. UWV gaf de werkgever vervolgens toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen vanwege bedrijfseconomische redenen (toolbox). De werkgever zegde per brief de overeenkomst op tegen 1 mei 2022 en deelde mee geen transitievergoeding te betalen, omdat de werknemer passende functies had geweigerd. Dat zou ernstig verwijtbaar zijn.

Werknemer had redenen voor weigeren functies

De werknemer startte een zaak om de betaling van de transitievergoeding (ruim € 33.000) af te dwingen. De kantonrechter bepaalde dat de werkgever die vergoeding wel behoorde te betalen. Volgens de rechter stond het de werknemer vrij om ‘om hem moverende redenen af te zien van het aanvaarden van een hem aangeboden functie’. De beslissing van de werknemer was niet als ernstig verwijtbaar aan te merken. De werkgever legde zich hier niet bij neer en ging in hoger beroep.

Einde arbeidsovereenkomst voor risico van werkgever

Het hof zette uiteen dat het uitgangspunt van de Wet werk en zekerheid (WWZ) is dat een werkgever in principe altijd een transitievergoeding moet betalen als de arbeidsovereenkomst op zijn initiatief wordt beëindigd. Maar de transitievergoeding (toolbox) kan achterwege blijven als de beëindiging het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Het gaat dan om uitzonderlijke gevallen. In deze zaak kon de werkgever de werknemer niet meer de overeengekomen functie laten uitvoeren. Dit kwam voor risico van de werkgever zelf.

Werknemer was al benadeeld door verlies eigen functie

De werkgever vond dat de werknemer geen gegronde reden had om de aangeboden functies te weigeren en dat de weigering niet zonder gevolgen mocht blijven. De werkgever voelde zich hierbij gesteund door de UWV-beslissing, waarin stond dat het niet aanvaarden van de passende functies voor risico van de werknemer moest komen. Het hof stipte aan dat dat risico ook voor rekening van de werknemer was gekomen doordat hij zijn baan was verloren en een WW-uitkering had kunnen mislopen. Er was geen reden om hem daarnaast het recht op een transitievergoeding te ontnemen. De inspanningsplicht om de werknemer te herplaatsen (artikel) is een verplichting van de werkgever, niet van de werknemer. De werknemer heeft een grondrecht op vrijheid van arbeidskeuze.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 6 juli 2023, ECLI (verkort): 2207