Crisisregeling Personeelsbehoud krijgt steeds meer vorm

6 juli 2023 | Door redactie

Het kabinet kondigde in april van dit jaar de komst van de ‘Crisisregeling Personeelsbehoud’ aan, die werkgevers in crisistijd moet helpen om personeelsverlies te voorkomen. In een Kamerbrief heeft minister Van Gennip van SZW bekendgemaakt hoe de regeling eruit komt te zien.

De Crisisregeling Personeelsbehoud (CP) is onderdeel van de kabinetsmaatregelen voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt. De regeling moet ervoor zorgen dat werkgevers snel kunnen schakelen en zekerheid hebben over personeelsbehoud als zij worden getroffen door een crisis of calamiteit die buiten het normale ondernemersrisico valt. Dit zijn crises waar werkgevers geen invloed op hebben en zich niet op hebben kunnen voorbereiden, zoals een brand, overstroming, oorlog of pandemie. Vindt er een crisis plaats die niet in de regeling is opgenomen, dan is het aan de minister van SZW om te beoordelen of hiervoor toegang komt tot de CP.

Werkgever, werknemers en overheid dragen samen de kosten

Werkgevers kunnen maximaal zes maanden aanspraak maken op de CP als er door een erkende crisissituatie over twee maanden gemiddeld 20% minder werk is. De periode kan tweemaal verlengd worden, met elke keer maximaal twee maanden. Voldoet een werkgever aan de voorwaarden, dan heeft hij twee opties. Bij beide moet de werkgever de ondernemingsraad om advies vragen en de vakbonden informeren:

  • Herplaatsing: de werkgever kan tijdelijk eenzijdig de werkzaamheden van werknemers wijzigen, zodat zij kunnen doorwerken. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk om werknemers tijdelijk op een andere locatie te laten werken als daar nog wel werk is. Bij deze optie moet de werkgever het volledige loon van de werknemers doorbetalen.
  • Tegemoetkoming: de werkgever kan voor 60% van de loonkosten van de niet-gewerkte uren een tegemoetkoming aanvragen, met een opslag van 23,5% voor de werkgeverslasten. Bij de tegemoetkoming zal ook de werknemer een loonoffer moeten brengen: over de niet-gewerkte uren ontvangt hij 20% minder loon, waarbij het totale loon niet meer dan 10% mag dalen en het wettelijk minimumloon een ondergrens is. Het resterende loon over de niet-gewerkte uren komt voor rekening van de werkgever. Zo dragen werkgevers, werknemers en de overheid samen de kosten.

Werktijdverkorting komt te vervallen

Op dit moment kunnen werkgevers bij uitzonderlijke omstandigheden nog gebruikmaken van de regeling werktijdverkorting (WTV). Hierbij kan een werkgever de arbeidsduur van een werknemer tijdelijk verkorten en ontvangt de werknemer voor de weggevallen uren een WW-uitkering (ook wel deeltijd-WW genoemd). Omdat de WTV niet voldeed tijdens de coronapandemie werd de – inmiddels afgeschafte – tijdelijke Noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW) in het leven geroepen. Op termijn komt ook de WTV te vervallen. Minister Van Gennip streeft ernaar de CP aan het eind van de zomer ter internetconsultatie aan te bieden. Dat betekent dat de regeling nog kan wijzigen. Het doel is om het uiteindelijke wetsvoorstel vóór medio 2024 aan de Tweede Kamer aan te bieden.