Keuze bedrijfstakpensioenfonds niet te licht opnemen

1 december 2023 | Door redactie

De kernactiviteit van een organisatie bepaalt bij welk bedrijfstakpensioenfonds de werkgever zich moet aansluiten. Als de activiteiten van een organisatie overlap hebben met meerdere bedrijfstakpensioenfondsen, hoeft de werkgever zich niet bij beide fondsen aan te sluiten.

In een bedrijfstak kan de deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds verplicht zijn. Dat gebeurt met een zogenoemd ‘verplichtstellingsbesluit’. Daarin staat een omschrijving van bedrijfsactiviteiten (de ‘werkingssfeer’). Verricht een werkgever activiteiten binnen deze werkingssfeer, dan moet hij zich verplicht aansluiten bij het bedrijfstakpensioenfonds. Doet hij dit niet, dan kan het pensioenfonds met terugwerkende kracht alsnog niet-betaalde pensioenpremies vorderen van de werkgever (artikel). Volgens rechtspraak is een werkgever zelf verantwoordelijk om te (laten) onderzoeken of hij zich moet aansluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds. 

Activiteiten werkgever waren gewijzigd

In een zaak bij Rechtbank Amsterdam draaide het om een kledingmerk dat voorheen was aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de textielindustrie (Bpf MITT). Toen de werkgever zich vooral ging richten op de verkoop van kleding aan consumenten, sloot hij zich aan bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel (Bpf Detailhandel).
Bpf MITT meende echter dat de werkgever niet zelfstandig rechtstreeks kleding aan particulieren verkocht, maar slechts ondersteunende diensten verrichtte voor andere kledingverkopers, en dus niet onder de werkingssfeer van Bpf Detailhandel viel. Volgens de werkgever was hij wél detailhandelaar, omdat zijn activiteiten inmiddels waren gewijzigd van kledingontwerp- en productiebedrijf naar overwegend retailbedrijf. Bpf Detailhandel was dezelfde mening toegedaan.

Ondersteunend werk hoort ook bij kernactiviteit

De kantonrechter verduidelijkte dat de kernactiviteit van een werkgever bepalend is voor bij welk bedrijfstakpensioenfonds hij aangesloten moet zijn. Dit ‘hoofdzaakcriterium’ regelt dat een aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds verplicht kan zijn als ten minste 50% van de omzet, loonsom, arbeidsuren óf het aantal werknemers te relateren is aan activiteiten in het verplichtstellingsbesluit van het pensioenfonds. Omdat de totale omzet van de werkgever sinds enkele jaren voor meer dan 50% uit de verkoop van kleding aan consumenten bestond, oordeelde de rechter dat het zwaartepunt van de bedrijfsactiviteiten op de detailhandel toegespitst was. Bovendien bepaalt een arrest van de Hoge Raad uit 2012 dat een werkgever ook de werkzaamheden die de kernactiviteit ondersteunen – zoals in dit geval inkoop, marketing en logistiek – tot de kernactiviteit mag rekenen. De werkgever was dus terecht verplicht aangesloten bij Bpf Detailhandel.

Dubbele deelname nadelig voor werkgever en werknemers

Verder concludeerde de kantonrechter dat een verplichte deelname aan beide pensioenfondsen onwenselijk was, en niet de bedoeling kon zijn geweest van de wetgever, omdat dit tot dubbele lasten en bovenmatige pensioenopbouw met fiscale gevolgen zou leiden en de belangen van de werkgever en zijn werknemers zou schaden.
Rechtbank Amsterdam, 17 november 2023, ECLI (verkort): 7314