VNO-NCW en MKB-Nederland roepen werkgevers op om in hun vacatureteksten te vermelden of de sollicitant op een pensioenregeling kan rekenen als hij in dienst treedt. De werkgeverspartijen willen het aantal pensioenopbouwers verhogen.
Volgens de belangenorganisaties moet het voor sollicitanten glashelder zijn of een pensioenregeling tot het arbeidsvoorwaardenpakket behoort. Sollicitanten kunnen door deze vroegtijdige duidelijkheid een betere afweging over de baan maken.
De oproep is onderdeel van het Aanvalsplan Witte Vlek, waarmee de Stichting van de Arbeid het aantal werknemers zonder pensioenregeling stevig wil verminderen. En het doel van het inmiddels demissionaire kabinet is om vóór 2029 het aantal niet-pensioenopbouwers terug te brengen tot 450.000 (eind 2022 waren dit er nog 900.000). Lukt dit niet, dan komt er mogelijk een wettelijke pensioenplicht. Als onderdeel van het aanvalsplan zijn ook de grote vacaturesites benaderd en gevraagd om vacatureplaatsers standaard aandacht te laten besteden aan de pensioenregeling.
Hoewel het voor werkgevers die niet bij een cao aangesloten zijn, niet verplicht is om een pensioenregeling aan te bieden, kan een aantrekkelijke pensioenregeling een werkgever wel een streepje voor geven op de krappe arbeidsmarkt. Werkgevers zijn zich hiervan bewust, blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau MWM2 in opdracht van BrightPensioen onder werkgevers die geen pensioenregeling in de ‘tweede pijler’ bieden (AOW is de ‘eerste pijler’, individuele verzekeringen vormen de ‘derde’ pijler). Van de werkgevers die geen enkele pensioenvoorziening bieden, vermoedt 43% dat er om die reden weleens een sollicitant is afgehaakt. 40% denkt dat het ontbreken van een pensioenregeling weleens een tot een vertrek van een werknemer heeft geleid.
Wat verder opvalt in het onderzoek is dat 30% van de werkgevers zonder pensioenregeling in de tweede pijler werknemers wel een pensioenvoorziening in de derde pijler aanbiedt. 40% geeft extra salaris vanwege het ontbreken van een pensioenvoorziening. Toch zien veel van deze werkgevers dit niet als onderscheidende arbeidsvoorwaarde; ‘slechts’ 32% van hen noemt deze andere vorm van pensioenvoorziening ook in vacatureteksten.