Integriteit is voor elke ondernemingsraad een belangrijk onderwerp. Integriteit speelt zowel een rol in het contact tussen de OR en de bestuurder als bij het opstellen van het organisatiebeleid en het handelen van individuele OR-leden.
Voor de ondernemingsraad (OR) zijn twee vormen van integriteit van belang: zakelijke integriteit en sociale integriteit. Zakelijke integriteit is vooral gericht op het voldoende rekening houden met de rechten en belangen van alle betrokkenen. Dit geldt niet alleen voor het gebruik van middelen van de organisatie, zoals materiaal, tijd en geld, maar ook de macht en de veiligheid van mens en milieu. Sociale integriteit heeft met name betrekking op de dagelijkse omgang met elkaar. De regels hiervoor zijn vastgelegd in de Arbowet. Het gaat dan onder meer om zaken die kunnen leiden tot psychosociale arbeidsbelasting (PSA), zoals pesten, discriminatie, seksuele intimidatie en (verbaal) geweld. In integere organisaties is voor deze zaken geen plek.
Integriteit kan deels zijn verankerd in de visie en missie van de organisatie, maar dat is niet genoeg. Om integriteit te bevorderen en te verankeren in alle lagen van de organisatie, is er een integriteitsbeleid nodig. Integriteitsbeleid bestaat uit twee pijlers: het organisatieniveau en het niveau van de individuele werknemers. Het organisatieniveau bestaat uit processen, procedures, regelingen en integriteitsorganen, zoals een OR of vertrouwenspersoon. Denk aan:
De IntegriteitsWijzer van het Huis voor Klokkenluiders (HvK) is een handig hulpmiddel voor de OR om te bepalen in hoeverre het integriteitsbeleid van de organisatie volstaat en wat er beter kan. Heeft de bestuurder nog geen integriteitsbeleid opgesteld, dan kan de OR de bestuurder (ongevraagd) adviseren om dit alsnog te doen op basis van het initiatiefrecht (artikel 23 WOR). Ook bij de beoordeling van een adviesaanvraag (artikel 25 WOR) of instemmingsverzoek (artikel 27 WOR) moet de OR erop alert zijn dat hierin aandacht is voor integriteit. Daarnaast is het van belang om het integriteitsbeleid en het doel ervan onder de aandacht van de werknemers te brengen om het bewustzijn over integriteit te vergroten. Werknemers die niet weten wat het belang is van integer handelen en wat dat concreet voor hen betekent, zijn ook niet in staat of geneigd om kritisch naar hun eigen handelen en beslissingen te kijken.
Bepalen of de OR, een individueel OR-lid of de bestuurder integer handelt, is soms lastig. Wetgeving zoals de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en de Arbowet geven goede richtlijnen, maar zijn niet waterdicht. Of een OR-lid integer handelt, is te bepalen aan de hand van drie punten: