Als het erg hard waait of zelfs stormt, is er in een aantal sectoren sprake van zogenoemd onwerkbaar weer: werknemers kunnen niet veilig aan het werk. Dat betekent dat werkgevers na 2 dagen mogen stoppen met het doorbetalen van hun loon. Daarvoor moeten ze dan wel voldoen aan strenge eisen.
Sinds 1 januari 2020 geldt er een nieuwe regeling voor onwerkbaar weer. Iedere werkgever mag na 2 dagen stoppen met het betalen van het loon van de werknemers als er weersomstandigheden zijn waardoor er niet (veilig) gewerkt kan worden. De werknemer heeft vanaf dag 3 recht op een WW-uitkering. Werkgevers moeten daarvoor wel op elke dag dat er sprake is van onwerkbaar weer melding doen bij UWV, ook op de eerste 2 dagen waarop er nog geen recht is op een uitkering. De uitkeringsinstantie controleert vervolgens aan de hand van KNMI-gegevens of de melding terecht is.
Werkgevers mogen alleen stoppen met het betalen van het loon van de werknemers als zij de meldingen bij UWV doen en er voldaan wordt aan de volgende eisen:
De twee wachtdagen gelden per winterseizoen. Dat loopt van 1 november tot en met 31 maart. In die periode hoeft een organisatie dus slechts één keer gedurende twee dagen het loon van de werknemers door te betalen bij onwerkbaar weer. Oók als er meerdere keren sprake van is. Voor onwerkbaar weer wegens langdurige regen geldt overigens een wachttijd van 19 dagen.