Coulance met dividendverbod in coronaregeling NOW

29 januari 2024 | Door redactie

Het blijkt dat er toch nog enige coulance mogelijk is rondom de NOW-regeling, de loonkostensubsidie uit de coronacrisis. In een recente zaak oordeelt de rechter dat het UWV de regels te streng heeft toegepast, en ten onrechte subsidie heeft teruggevorderd.

De Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (kortweg NOW) was een van de belangrijkste pijlers van het enorme coronasteunpakket van de overheid, naast de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en het bijzonder uitstel van belastingbetaling. De NOW dekte een deel van de loonkosten van ondernemingen, met het idee om banen te behouden.

Voorschot en later definitieve vaststelling

Het steunpakket werd in een razend tempo opgetuigd, en was daardoor ook vrij grofmazig. Niettemin golden er voor de verschillende regelingen wel voorwaarden, zoals een minimaal percentage omzetdaling. De NOW en de TVL werkten met voorschotten. Achteraf moesten ondernemingen een definitieve berekening aanvragen en daarbij aantonen dat ze inderdaad aan de voorwaarden hadden voldaan. Zo ja, dan volgde ook het resterende deel van de subsidie, of zelfs een extra betaling als het voorschot te laag was geweest. Maar zo niet, dan werd de subsidie teruggevorderd. Soms zelfs het volledige bedrag. In verschillende rechtszaken is al gebleken dat er niet al te veel ruimte is om van de regels af te wijken.

Overtreding van dividendverbod NOW

In deze zaak ging het ook om een terugvordering. Een onderneming had voor de NOW-1 (maart t/m mei 2020) de tegemoetkoming aangevraagd, en had ook een voorschot ontvangen van ruim € 489.000. Maar bij de definitieve berekening stelde uitvoerder UWV het subisidiebedrag vast op nul, en vorderde het volledige voorschot terug. Eén van de redenen hiervoor was dat de onderneming niet de verplichte accountantsverklaring had ingeleverd. Daarnaast was de onderneming onderdeel van een concern, en dat concern had in de subsidieperiode dividend uitgekeerd. Dat was in strijd met het verbod op dividenduitkeringen in de NOW, ook al was het dividend niet aan de NOW-aanvrager uitgekeerd. De onderneming vocht dit besluit aan bij de rechter.

Onderneming onevenredig hard getroffen

De onderneming deed in de rechtszaak onder meer een beroep op het evenredigheidsbeginsel, één van de beginselen van behoorlijk bestuur (infographic). Volgens de onderneming moest het belang dat zij had bij het uitbetalen van de NOW-subsidie zwaarder wegen dan de strikte toepassing van het dividendverbod, omdat de onderneming op deze manier onevenredig hard getroffen werd. En in dit geval zag de rechter dat ook zo. Alleen omdat het concern waar de onderneming toe behoorde het dividendverbod had overtreden, kon de onderneming geen gebruikmaken van de NOW. Bovendien had de onderneming zelf het dividendverbod niet overtreden en had zij ook geen invloed op het dividendbeleid van het concern. Al met al vond de rechter dat het belang van de onderneming om de NOW-1 te ontvangen zwaarder moest wegen. UWV moet van de rechter opnieuw beslissen op het bezwaar tegen de terugvordering dat de onderneming eerder heeft ingediend, 'met inachtneming van deze uitspraak'.

Terugbetaling NOW-2 wél terecht

Overigens hield de coulance daar wel op. De onderneming moest namelijk ook een voorschot voor de NOW-2 (juni t/m augustus 2020) terugbetalen, maar dat was volgens de rechter terecht. De onderneming had namelijk verzuimd om een definitieve berekening aan te vragen voor deze periode, en had daarmee volgens de rechter ook het recht op subsidie verspeeld.
Rechtbank Gelderland, 15 januari 2024, ECLI (verkort): 168