Wijzigingen in arbeidswetgeving per 1 januari 2024

28 november 2023 | Door redactie

Per 1 januari 2024 zijn er weer allerlei wijzigingen in de wet- en regelgeving op het gebied van personeel en salaris. De wijzigingen gaan onder meer over het minimumloon, de onbelaste reiskostenvergoeding en de pensioenregeling.

Op de bestaande wetsvoorstellen na, hoeven werkgevers voorlopig geen rekening te houden met aankondigingen over grote wetswijzigingen die het personeelsbeleid raken. De komende tijd staat politiek gezien in het teken van formeren; het kan nog een tijd duren voordat er een coalitie gevormd is en duidelijk wordt welk arbeidsmarktbeleid het nieuwe kabinet wil voeren.

Minimumuurloon, einde STAP-budget, pensioenveranderingen

Per 1 januari 2024 gelden de volgende wijzigingen in de regels voor werkgevers (met de disclaimer dat de Eerste Kamer nog moet stemmen over de wijzigingen van het Belastingplan 2024):

  • De wettelijke bedragen voor het minimumloon per dag, week en maand verdwijnen. Werkgevers moeten voortaan minimaal het wettelijk minimumloon per uur betalen, dat in de eerste helft van 2024 € 13,27 bedraagt voor fulltimers vanaf 21 jaar.
  • Het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt beperkt, het jeugd-LIV komt ten einde.
  • De maximale onbelaste reiskostenvergoeding stijgt van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer.
  • De vrijstelling waarmee werkgevers aan werknemers onbelast een ov-abonnement kunnen verstrekken, wordt verruimd (artikel).
  • Het maximum voor de onbelaste thuiswerkvergoeding gaat omhoog. Deze maand wordt bekendgemaakt met hoeveel precies.
  • De vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt kleiner. De vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom daalt van 3% naar 1,92%. Voor het deel van de loonsom boven de € 400.000 blijft de vrije ruimte 1,18%.
  • Het STAP-budget komt te vervallen. € 73,5 miljoen van het resterende budget gaat naar het budget van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen (SLIM). Aan de SLIM wordt een tijdelijke voorziening voor individuele scholing toegevoegd.
  • In veel pensioenregelingen is de toetredingsleeftijd nu nog 21 jaar. Door de Wet toekomst pensioenen (WTP) gaat de ondergrens voor de pensioentoetredingsleeftijd naar 18 jaar.
  • De AOW-gerechtigde leeftijd stijgt van 66 jaar en tien maanden naar 67 jaar.
  • De algemene modelovereenkomst vrije vervanging heeft niet langer waarde voor het vaststellen van de arbeidsrelatie en de samenwerking met zzp’ers.
  • Werken wordt opnieuw meer lonend gemaakt door een verhoging van de arbeidskorting.
  • Het bedrag waarover de 30%-regeling toegepast kan worden voor buitenlandse werknemers, wordt gemaximeerd op € 233.000. Daarnaast heeft de Tweede Kamer gestemd voor een verdere versobering die ertoe leidt dat expats fors minder fiscaal voordeel kunnen krijgen.
  • In de sociale premies blijft veel gelijk, waaronder de hoge en lage WW-premie. Wel gaat het premietarief voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds omhoog: voor kleine werkgevers van 5,82% naar 6,18%, en voor grote werkgevers van 7,11% naar 7,54%. De gemiddelde premies voor de Ziektewet en de WGA dalen juist iets.
  • De premie voor de private aanvulling op de WW en WGA daalt van 0,15% naar 0,08%.
  • Eigenrisicodragers voor de Ziektewet die terugkeren (of dit jaar overstapten) naar de publieke verzekering van UWV, betalen een hogere ‘terugkeerpremie’ (artikel).
  • De maximale transitievergoeding is naar verwachting € 94.000 (behalve voor mensen met een hoger jaarloon dan dat, voor hen is het jaarloon het maximum).
  • Het maximumbedrag dat een werkgever voor de zorgverzekering van een werknemer op het wettelijk minimumloon mag inhouden, is € 1971,20.
  • De maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding stijgt van € 1.900 naar € 2.100 per jaar.
  • De Verzamelwet SZW 2024 zorgt voor een aantal kleine wijzigingen, onder andere in de regels voor WAZO-uitkeringen en het ouderschapsverlof.